Met het ISO-passingstelsel altijd verzekerd van de maakbaarheid
In de maakindustrie wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde ISO-passingstelsel om passingen en toleranties te bepalen. Dat betekent dat je er als CNC-operator in de metaalindustrie ook mee te maken krijgt. Maar wat is het ISO-passingstelsel precies?
Wat is het ISO-Passingstelsel?
De afkorting ISO staat voor International Standardization Organization. Deze organisatie zorgt ervoor dat over de hele wereld dezelfde standaarden en normen worden gebruikt bij het maken van producten of het leveren van diensten. Zo weet je bijvoorbeeld als CNC-operator dat een gereedschap met een ISO-tolerantie zeker geschikt is om je product te maken.
In het ISO-passingstelsel zijn de toleranties op de nominale maat van assen en gaten vastgelegd en genormaliseerd. De toleranties worden aangegeven aan de hand van drie factoren:
- De nominale maat is de as- of gatdiameter (in mm).
- De basisgrensmaat wordt met een letter aangeduid, een kleine letter betreft een as en een hoofdletter betreft een gat.
- De tolerantieklasse bepaalt de grootte van de afwijking (in microns).
Wat is een passing en welke soorten zijn er?
De passing is de speling die ontstaat door de combinatie van een as en een gat. Onderdelen van werktuigen en machines moeten in elkaar passen. Met een passing wordt aangegeven welke toleranties er maximaal mogen worden gebruikt om onderdelen goed in elkaar te laten passen. Er zijn drie soorten passingen omschreven in de ISO-norm. Je hebt een losse passing, overgangspassing en een vaste passing.
- Bij de losse passing zit er voldoende ruimte tussen de as en het gat, waardoor waarin de onderdelen in elkaar kunnen bewegen of in beweging kunnen worden gebracht.
- De overgangspassing heeft net wat minder speling, De passing kunnen as en gat heel nauwkeuring nog bewegen of met lichte hamerslagen in elkaar bevestigd worden.
- Bij de vaste passing kan de as niet meer van z’n plek afkomen. Deze passing moet je er echt in persen of gebruik maken van temperatuur verschil.
Waar wordt het ISO-Passingstelsel voor gebruikt?
Het ISO-passingstelsel bevat een vaste combinatie van maattoleranties op de as en naaf. Hierbij onderscheidt men bovenstaande drie soorten passingen. Deze gaat uit van een maattolerantie van H7 of H6 op het gat, waarbij de as zich hierop moet aanpassen. Door de maattolerantie van H6 of H7 als standaard te gebruiken, kan een fabrikant van werktuigbouwkundige producten gemakkelijker voldoen aan de vraag, aangezien men maar één set ruimers hoeft aan te schaffen. De as wordt dan naar aanleiding van de gewenste passing op maat gedraaid.
Hoe bepaal je welke passing van geschikt is?
Voor het bepalen van de passing en de uiteindelijke kracht die opgenomen kan worden, kan men gebruikmaken van formules. Deze formules houden rekening met de materiaaleigenschappen, oppervlakteruwheid van beide onderdelen, grootte van de onderdelen, de lengte en of de as een gat bevat.
Bewust keuzes maken bij passingen en toleranties
Bij het bepalen van passingen en toleranties moet je bewust keuzes maken bij toepassen van het ISO-passingstelsel. Soms wordt er gekozen voor een lossere passing, omdat dit altijd goed gaat wat betreft assemblage. Op deze manier kun je ook gebruik maken van grotere toleranties en worden de maakkosten weer lager. Maar soms is er juist een hele nauwe passing nodig, zoals bij lagers en assen om ervoor te zorgen dat het product een stuk langer mee gaat. Niet iedere passing is dus overal geschikt voor. Kijk dus vooral naar wat er geschikt is voor de toepassing!
Advies nodig over uw gereedschappen?
Onze specialisten staan u graag bij!